Karin Jacobs en Jelle Cleymans over liefde, geld, ondernemen en de dood


Welke ouderlijke raad is voor kinderen onmisbaar op de belangrijkste momenten in het leven? Wat kunnen ouders van hun kinderen leren? En welk advies blijft zonen en dochters altijd bij over geld, relaties, op eigen benen staan en het einde? In ‘Sleutelmomenten’ vraagt NotaBene (bekende) ouders en hun (bekende) kinderen naar de woorden die hen zijn bijgebleven. Actrice en schrijfster Karin Jacobs en haar zoon, muzikant en acteur Jelle Cleymans, bijten de spits af.

Als er iets is wat hij zijn eigen kinderen zou willen meegeven, dan is het de open blik die hij van thuis heeft meegekregen, vertelt Jelle Cleymans. “Alles was bij ons bespreekbaar, zolang dat met respect gebeurde.” Niet meer dan logisch, als je het zijn moeder Karin Jacobs vraagt. “Als ouder wil je het beter doen dan je eigen ouders. Stelde ik vroeger vragen naar het waarom van de dingen, dan botste ik vaak op een ‘daarom’. Dat heb ik bij mijn eigen kinderen bewust anders gedaan. Bij Jelle bleven de ‘waarom’s’ elkaar opvolgen, maar ik vond het als ouder mijn plicht om hem van antwoorden te voorzien.”

“Jelle en Clara (Jelles zus, red.) waren nog heel jong toen mijn toenmalige echtgenoot (muzikant Jan Cleymans, red.) en ik regelmatig met hen rond de tafel gingen zitten om het over belangrijke thema’s te hebben”, vertelt Karin. “Niet dat we zo bewust bezig waren met raad geven – we wilden de kinderen vooral een stevige basis meegeven, zodat ze sterk genoeg in hun schoenen zouden staan om later hun eigen keuzes te maken.” “Ik heb die gesprekken inderdaad nooit als opdringerig ervaren”, pikt Jelle in. “Ik heb geen ouders die met het vingertje stonden te zwaaien. Hun raad was goed verpakt. (glimlacht) Nooit hebben Clara of ik het gevoel gehad dat onze ouders ons in een bepaalde richting probeerden te duwen. Er zijn natuurlijk wel dingen die ik als advies heb meegenomen, maar dat was door mijn ouders niet per se zo bedoeld.”


Karin Jacobs (°1960) groeit op in een traditioneel Vlaams gezin, waar universitaire studies na het middelbaar de logische stap lijken. Ze slaat de weg in van het theater, waar ze ondertussen tientallen jaren de planken van het podium speelt. Bij het tv-kijkend publiek is ze vooral bekend van haar rol als Karen in Wittekerke. Maar ze is ook schrijfster. Van haar hand verschijnen vijf kindergedichtenbundels. Sinds oktober is haar recentste boek Moederpijn er, een autobiografisch relaas over de verstoorde relatie met haar medicijnenverslaafde moeder.

Jelle Cleymans (°1985) wordt geboren in een creatief nest, met actrice Karin Jacobs als moeder en muzikant Jan Cleymans als vader. Op zijn twaalfde stapt hij de tv-wereld in met een rol in De Kotmadam, later blijft hij in huiskamers hangen als Jelle uit Spring en Jens uit Thuis. Ondertussen lopen verschillende muzikale projecten. De kindergedichten van zijn moeder zet hij op muziek, op musicalpodia neemt hij de gedaante aan van onder andere Kuifje en pakt hij de hoofdrol in Studio 100-musical 40-45. Sinds 2012 is hij de helft van Cleymans & Van Geel, de Nederlandstalige band met zijn jeugdvriend en collega-acteur/-muzikant Jonas Van Geel.

Eerste stapjes
Clara en Jelle kregen geen traditionele opvoeding. “’Een vrije opvoeding’, zo keek men daar toen naar”, zegt Karin. Dat betekent niet dat er geen regels waren. “Alles mocht, zolang het thuis gebeurde.” Alcohol proberen? Een joint roken? Geen probleem, maar onder moeders dak. Jelle: “Dat werkte wel. Niemand wil op zijn zestiende iets doen waarvan zijn of haar ouders expliciet hebben gezegd dat het mag. (lacht) Door zo open met verleidingen om te gaan, hebben zowel Clara als ik nooit de behoefte gehad om te experimenteren.”
“Jullie waren ook gewoon brave kinderen die eigenlijk weinig sturing nodig hadden”, antwoordt Karin. “Enkel in de beginjaren van Spring namen we explicieter die rol van raadgever op. Die periode, Jelle was toen zestien, was heftig. Heel wat mensen trokken toen aan zijn mouw, maar als ouder wilde ik hem daartegen beschermen. ‘Vandaag wil iedereen je, morgen word je vergeten’, dat heb ik toen vaak gezegd. Maar eigenlijk drong dat vanzelf al snel door.” 

“Dat ik sinds de start van Spring, ondertussen bijna twintig jaar geleden, mijn brood kan verdienen met wat ik op een podium doe, heb ik deels aan talent en geluk, maar ook deels aan mijn ouders te danken – dan heb ik het vooral over de mentaliteit die ik thuis aangeleerd kreeg. ‘De hype is leuk, maar het echte werk begint pas als die hype voorbij is.’ Daar hebben mijn ouders me altijd voor gewaarschuwd”, zegt hij. “Ze hebben ons nooit opgehemeld, maar behoedden ons altijd voor wat na het succes zou komen. Cultuur is fantastisch, maar het is ook máár dat. We mochten trots zijn, maar moesten vooral realistisch blijven. Het ene moment sta ik op een podium voor 2.000 mensen die aan mijn voeten liggen, maar de dag nadien sta ik ook gewoon mijn parket te schrobben, hé.”


Geen toneelschool
“We hebben onze kinderen nooit gestuurd bij professionele keuzes”, gaat Karin verder. “Dat is niet helemaal waar”, repliceert Jelle. “Toen ik achttien was en Spring twee jaar liep, stond ik voor de keuze: ga ik verder met Spring, niet wetende waar dat verhaal zal eindigen? Of kies ik voor zekerheid en ga ik studeren? Dat is de enige keer waarop ik expliciet professioneel advies heb gekregen van mijn moeder, en daar heb ik me door laten leiden. Mama stelde de vraag welke extra kennis een theateropleiding me zou geven.” Karin knikt. “Dat klopt. Ik zag niet in wat theorie hem zou bijbrengen dat hij niet op de werkvloer kon leren.” “Nu ben ik blij met die keuze”, zegt Jelle, “maar ik denk niet dat ik ze had gemaakt mocht jij er niet op hebben aangestuurd.”

“Tegenwoordig vraag ik steeds minder professionele raad aan mijn ouders. Dat is ook logisch, hé. Ik ben intussen de dertig gepasseerd, weet goed wat ik wil en heb een manager met wie ik regelmatig dingen aftoets. Het voordeel is dat meningen bij hem niet gekleurd zijn door een bloedband.”

Jelle: “Er zijn maar twee dingen waarvoor je een lening mag aangaan: een huis en een auto. Al de rest koop je pas als je er effectief het geld voor hebt.’ Ik hoor het mijn ouders nog zeggen, maar ze hadden wel gelijk”

Portefeuille bovenhalen
“Volgens dat we over alles praatten, was geld een thema dat eigenlijk weinig aan bod kwam”, zegt Jelle. “Niet dat het taboe was, maar ik leerde vooral van hoe ik mijn ouders met geld zag omgaan. Al doende leerde ik dat zelf ook: de helft van mijn wekelijkse zakgeld moest ik sparen voor later, met de andere helft mocht ik kopen wat ik wilde. Zoals bij elk kind was mijn grote investering toen een Playstation.” Het gebrek aan gesprekken over geld hadden niks te maken met een gebrek aan interesse, legt Karin uit. “Jelle heeft nooit een gat in zijn hand gehad. Dan heeft het weinig zin om regels rond uitgaven op te leggen. Hij kon toen goed met geld omgaan, en dat is nog steeds zo.”

Ook al kwam het onderwerp niet vaak ter sprake, toch is er een regel die bij Jelle is blijven hangen. “’Er zijn maar twee dingen waarvoor je een lening mag aangaan: een huis en een auto. Al de rest koop je pas als je er effectief het geld voor hebt.’ Ik hoor het mijn ouders nog zeggen, maar ze hebben gelijk. Tegenwoordig is de raad omgekeerd. Als ik nu met mijn vader op café of restaurant ga, krijg ik steeds vaker de opmerking dat het mijn beurt is om mijn portefeuille boven te halen. (lacht) Ik wil het niet gierig noemen, maar ik ben zuinig. In onzekere tijden als deze heeft mijn oorlogspotje me al veel kopzorgen bespaard.”

Karin: “Ik ben nu meer bezig met de dood dan vroeger”

Doodsdoos
“Niet dat we nu zo veel over geld praten, maar de thema’s die op tafel komen, zijn wel veranderd doorheen de jaren. Het einde, bijvoorbeeld, is nu meer een issue dan vroeger”, vertelt Karin. “Als je in de fleur van je leven bent, ben je daar gewoon niet mee bezig. Bovendien komen zowel Jelles papa als ik uit een kleine familie – we zijn allebei enig kind – waardoor we niet vaak met de dood geconfronteerd werden.” “Ik ga gesprekken over de dood ook liever uit de weg”, antwoordt Jelle. “De dood is te abstract voor mij. Ik kan me simpelweg niet voorstellen dat er ooit een moment komt waarop ik mijn ouders niet meer zal zien.”

“Toch ben ik er nu vaker mee bezig dan vroeger”, zegt Karin. “Ik voel me nog hetzelfde als dertig jaar geleden, maar mijn leeftijd boezemt me angst in. De volgende generatie die gaat sterven, is de mijne, hé. Dat is confronterend. Er gaat geen dag voorbij waarop ik niet aan de dood denk. Ondertussen staat er ook een doodsdoos klaar. Daarin zit alle informatie rond mijn bankrekeningen, hoe ik mijn uitvaartdienst zie, welke muziek er gespeeld moet worden… Het is niet leuk om daarmee bezig te zijn, maar het geeft wel gemoedsrust. Ik wil mijn kinderen beschermen op het moment dat ik er niet meer ben. Als mijn moment daar is, hoeven Jelle en Clara door die doos hun hoofd niet te breken over wat ik wil en waar ze alle informatie kunnen vinden.”

In de liefde geen raadgevers
“Hoe oud ze ook zijn, je wil je kinderen beschermen”, gaat Karin verder. “Tegen slechte invloeden, foute keuzes, liefdesverdriet…” Het woord is gevallen: de liefde. Misschien wel het thema dat zich het minst in goedbedoelde raad en ouderlijk advies laat vangen, als je het aan moeder en zoon vraagt. Karin: “Als moeder bevind je je in een moeilijke positie: enerzijds wil je raad geven – als ouder kijk je vanop een afstand naar een relatie en zie je welke patronen zich zouden kunnen aftekenen –, maar anderzijds is niks zo persoonlijk als een partnerkeuze. Ik wil geen wig drijven tussen mijn kinderen en de partners die in mijn ogen niet de beste keuze zijn. Bovendien zie ik als moeder mee af wanneer het tot een relatiebreuk komt. Ondertussen heb ik meer een pantser rond mijn hart gebouwd. (tegen Jelle) Laat het mij weten als het écht om de ware gaat, dan maak ik mentaal opnieuw plaats.”

Of dan nooit de vraag komt wanneer Jelle een gezin zal stichten? “Nee”. Karin lacht. “Daar zijn we mee gestopt. Eigenlijk is het ook niet aan ouders om hun kinderen te vertellen of ze al dan niet moeten trouwen, kinderen moeten krijgen…” “De liefde is te complex voor mij”, zegt Jelle. “Als je jong bent, moet je je hart volgen. Maar wanneer je een relatie hebt, is je hart volgen en ‘alles opgeven’ – zoals dan wordt gezegd – een slecht idee. Ik weet niet of ik het daarmee eens ben. En ik weet nog minder wat ik daarmee aan moet. Daarom: in de liefde kan je geen raad geven. Niks is zo persoonlijk als dat.”

Jelle: “De beste raad die ik ooit gekregen heb, komt van mijn ouders”

Al heeft hij uit de scheiding van zijn ouders wel veel geleerd. “Het is geen schande om iemand op het ene moment in je leven als een verrijking te zien, maar daar na tien jaar anders over te denken. Misschien kreeg ik dat onbewust mee uit de scheiding?” Karin: “Dat is nog steeds het sprookje waarin we allemaal dolgraag willen geloven: iemand kiezen op je twintigste en met die persoon gelukkig zijn tot je sterft. Dat is gewoon niet realistisch. Daar zijn Jelle en ik het dan wel weer over eens: de liefde is geen Walt Disney-film.” Jelle knikt. “Wat twee mensen in de liefde voor elkaar betekenen, daarover heeft niemand iets te zeggen. Het belangrijkste is dat de kinderen nooit de dupe worden. Mijn ouders hebben Clara en ik altijd gegarandeerd dat hun keuze om niet bij elkaar te blijven niks zei over hoe graag ze ons wilden, samen. Dat kunnen is een gave en daar ben ik hen nog altijd dankbaar voor.”

Mooie mensen
“De beste raad die ik ooit heb gekregen, komt van mijn ouders”, sluit Jelle af. “Genieten van het leven, dat kreeg ik mee van mijn vader. Mama leerde ons wat schoonheid is, waar liefde in zit. De manier waarop ik in het leven sta, is grotendeels bepaald door wat ik van thuis heb meegekregen. Daar ben ik fier op. Ik ben niet dezelfde persoon als mijn moeder, noch ben ik dezelfde man als mijn vader. Maar dat hoeft ook niet.” Karin knikt bevestigend. “Het belangrijkste is dat mijn kinderen gelukkig zijn en sterk in het leven staan. Dat we daar als ouder een aandeel in hebben, maakt me trots. Mijn ex-man en ik hebben altijd geprobeerd mooie mensen van onze kinderen te maken”, zegt ze. “En ik denk wel dat we daarin geslaagd zijn.”

Tekst: Maud Vanmeerhaeghe – Foto’s: Thomas De Boever

Geef een reactie