Onze Facebook Live gemist? Dit waren de meest interessante vragen!

Niet kunnen deelnemen aan onze Facebook Live van 28 oktober? Geen getreur! Notaris.be selecteert voor jou de vragen die ons het meest zijn bijgebleven mét het antwoord van onze notaris. Hieronder een eerste greep uit onze vragen.

1. Ik erf, maar ik wil mijn erfenis eigenlijk liever naar mijn kinderen zien gaan… Wat kan ik doen?

“Je hebt twee situaties. Enerzijds de situatie waarbij de erfenis naar iemand gaat die zelf kinderen heeft (dus de kleinkinderen van de overledene). Deze persoon kan denken: ‘ik krijg die erfenis nu wel, maar ik hoef die eigenlijk niet, want ik ben ondertussen gepensioneerd of ik heb genoeg gespaard.’ Een oplossing is dan om de erfenis te verwerpen. Dan gaat de erfenis rechtstreeks naar de kinderen. We noemen dit de ‘erfenissprong’. Dit kan interessant zijn voor de belastingen. Maar het is een alles-of-niets verhaal: Je moet de volledige erfenis verwerpen. Je kan niet zeggen ‘dit wil ik wel houden, en dat niet’.

Met een ‘doorgeefschenking’ kan je wél kiezen wat je precies doorgeeft. En onder bepaalde voorwaarden zelfs belastingvrij. Dit is een meer genuanceerd verhaal, maar wel één met voorwaarden. Met een doorgeefschenking ontvangt een persoon een erfenis, waar hij of zij successierechten op moet betalen. Binnen het jaar na het ontvangen van de erfenis schenkt deze persoon vervolgens bepaalde goederen of een deel van de erfenis aan zijn eigen kinderen. Hoe het fiscaal berekend wordt zal de notaris je uitleggen, maar het kan belastingvrij gebeuren.  Dat systeem bestaat nog niet zo lang. Het is dan ook nog niet zo gekend en mensen brengen het zelf niet altijd ter sprake. Maar het is wel een interessante piste die bij erfenissen zeker het overwegen waard is.

2. Als ik meer wil geven aan één kind… is een testament dan altijd de beste oplossing?

“Een testament heeft altijd gevolgen na het overlijden van de testator. Om de transparantie te vergroten, is het beter om alles op voorhand te regelen. Eventueel via een schenking, of zelfs in akkoord met de kinderen. Dit kan met een ‘erfovereenkomst’. Met zo’n erfovereenkomst kunnen familieleden bepaalde schenkingen die al gebeurd zijn, vast betonneren. Alle erfgenamen zeggen dan eigenlijk ‘Wij zijn akkoord met die regeling’. En dat is perfect, want dan is er achteraf geen discussie meer. Alle familieleden zijn betrokken geweest en zijn akkoord met de regeling. De erfovereenkomst wordt gesloten tussen ouders en al hun kinderen, eventueel ook met de pluskinderen. Het gezin sluit dan  een familiepact over alle voordelen en alle schenkingen die al zijn gebeurd.

Maar het kan ook gaan om een concrete schenking. Bijvoorbeeld in het geval dat één van de kinderen meer noden heeft dan de andere waardoor de ouders beslissen om meer te geven aan dat kind. Met zo’n overeenkomst kunnen de andere kinderen dan zeggen ‘Wij begrijpen dat. We steunen onze broer of onze zus. Wij zijn akkoord met de regeling en wij gaan daar niet op terugkomen.’ Dat brengt ongetwijfeld veel gemoedsrust voor de ouders.”

3. De Vlaamse Regering wil de “verdachte periode” van 3 naar 4 jaar verlengen. Maar wat is dat nu precies die verdachte periode?

“De ‘verdachte periode’, dat klinkt nogal… verdacht (lacht). Het gaat om de periode van drie jaar die terug te tellen is vanaf het moment van het overlijden van een persoon. De fiscus bekijkt of de overleden persoon in die periode een schenking van geld heeft gedaan zonder belastingen te betalen. Geld schenken zonder belastingen te betalen, bijvoorbeeld via een bankgift, kan perfect. Daar is niets illegaals aan. Maar als dat gebeurd is tijdens de laatste drie levensjaren dan wordt deze schenking wel mee belast in de erfenis. Wil je het risico dat je schenking belast wordt met de erfenis vermijden? Dan is het beter om ‘officieel’ te schenken via de notaris. Er effectief 3% schenkbelasting op te betalen (of 7% voor anderen). Dat is nog altijd een zeer aanvaardbaar tarief ten opzichte van de veel hogere erfbelasting. En om terug te komen op de vraag: deze driejarige periode zou dus inderdaad verlengd worden naar vier jaar. Een iets een langere periode dus. Maar opgelet: de wet is nog niet gestemd. De verlenging van de verdachte periode zou er aankomen, maar het is nog even wachten om volledig zeker te zijn.”

4. Hoe kan de fiscus weten dat ik een niet-geregistreerde schenking heb gedaan?

“De fiscus weet veel, vooral in de digitale wereld waar we in leven. Ze kan teruggaan in de historiek van de rekeningen. Ze gaat na wat er de laatste jaren aan transacties is gebeurd op de rekeningen. Dat gebeurt niet bij elke nalatenschap automatisch. Maar als de fiscus vermoedens heeft dat er meer moest geweest zijn, dan proberen ze wel degelijk te achterhalen wat er met deze gelden is gebeurd. Een schenking niet  laten registreren houdt dus wel een zeker risico in. In sommige gevallen kan je zo’n niet geregistreerde schenking overwegen. Als je nog jong en gezond bent bijvoorbeeld. Maar ben je van een zekere leeftijd, dan zou ik dat risico niet nemen.”

5. Ik heb zelf een testament opgesteld dat ik in een kast bewaar. Is dat geldig?

“Dat is in principe geldig. Een eigenhandig testament kan op voorwaarde dat je het zelf schrijft, ondertekent en dateert. Maar over zo’n testament kan wel discussie ontstaan. Een testament opstellen is één zaak. Het gedrag van de erfgenamen is iets anders…  Zodra één erfgenaam zegt ‘Dit geschrift is niet van degene die overleden is’, dan moet degene die zich op het testament beroept naar de rechtbank om een schriftonderzoek te laten doen. Zo’n testamenten kunnen dus voor praktische problemen en discussies zorgen. Beter is dan ook om een authentiek of notarieel testament op te maken. Dan kan niet gediscussieerd worden en dan kan het testament ook uitgevoerd worden. In praktijk hangt veel af van hoe goed de erfgenamen overeenkomen. Het kan zijn dat de familie het testament naleeft, ondanks dat het ‘juridisch’ en vormelijk niet in orde is. Erfgenamen kunnen daar akkoorden over sluiten. Maar natuurlijk is de kans zeer groot dat een erfgenaam zijn akkoord niet geeft als het testament in zijn of haar nadeel speelt. Veel zekerheid heb je dus niet met eigenhandige testamenten.”