Leen Dendievel: “Grote waarde zit in kleine dingen”


Wat wil je doorgeven aan wie na je komt? Welke objecten zijn van onschatbare betekenis of waarde en zou je willen vrijwaren van de vergetelheid? Welke voorwerpen definiëren wie je bent? NotaBene vroeg Leen Dendievel welke objecten zij in een tijdcapsule zou stoppen voor de volgende generatie.

Al sinds 2005 is ze regelmatig op het kleine scherm te zien, maar het is door haar rol als transgender Kaat in Thuis dat Vlaanderen haar omarmt. Ondertussen staat ze ook op de theaterplanken, maakt ze human interest-programma Kinderwens en schrijft ze boeken. Hard. Liefde sterft nooit en Asem zijn de vruchten van haar bijkomende studie in de psychologie, sinds kort is haar debuutroman Georges en Rita in de winkel te vinden. Daarin maakt ze komaf maakt met euthanasie, het laatste taboe.

Kon ze uit alles kiezen, dan stopte ze het huis van haar grootouders in een doosje, vertelt Leen Dendievel. Want wat ze het liefst van al wil bijhouden, is eigenlijk niet in een tijdscapsule te vatten. “Herinneringen hangen voor mij samen met al mijn zintuigen”, zegt Leen. “Een geluidsfragment van de stem van mijn overleden grootouders, iemand die het parfum van een ex-lief draagt… Alles wat met geuren, klanken of smaken te maken heeft, kan me zo naar een andere tijd katapulteren.”

“Ik ben een zinzoeker,” vertelt Leen Dendievel, “stel veel vragen. Ik graaf graag diep. Bij personages met een behoorlijke rugzak zoals dat van Kaat, in mijn boeken, maar ook in mijn comedyrollen in het theater. Er is altijd een diepere laag te vinden, in alles en iedereen. Ook mezelf stel ik graag in vraag.”

Heb je altijd goed geweten waarvoor je staat?
“Al van toen ik kind was, heb ik een goede dosis zelfkennis. Al heb ik door de jaren heen wel geleerd dat mens-zijn geen vaststaand gegeven is. De Leen die ik tien jaar geleden was, is niet dezelfde als de Leen van vandaag. De basis van mijn karakter is hetzelfde gebleven, maar er zijn dingen op mijn pad gekomen die me anders naar mezelf hebben leren kijken. Een mens is flexibel, hé. Situaties dwingen je om je anders te plooien en andere aspecten van je persoonlijkheid te ontwikkelen. Dat blijft zo een heel leven lang.”

“Van mijn boek Asem, dat over paniekaanvallen gaat, had ik bijvoorbeeld nooit gedacht dat het er zou komen. Tot ik zelf met paniekaanvallen te maken kreeg. Zoiets dwingt je jezelf opnieuw te ‘evalueren’. Wat was de trigger hiervoor? Wat heb ik nodig? Ik weet nu dat ik gevoelig ben voor prikkels en die moet doseren. De tijd die ik voor mezelf heb, moet ik nuttig besteden. Alleen zo kan ik er zijn voor anderen.”

Identikit
Actrice. Assistent-psychologe. Reportagemaakster. Romanschrijfster. Wie (°1983, Kooigem) in één woord wil vangen, houdt het het best op ‘duizendpoot’. Een acteercarrière lijkt eerst geen optie – “Ook al hield ik van spelen, ik wist als kind niet dat acteren een beroep was” – tot ze Ingeborg Sergeant op tv over Herman Teirlinck hoort vertellen. Op haar vijftiende trekt ze van Kooigem richting Brugge en later Leuven om haar droom na te jagen. Maar mocht ze het opnieuw doen, dan ruilde ze het Lemmensinstituut voor een toneelschool in Nederland – “Ik ben eigenlijk een Hollander hé, rechttoe, rechtaan”. Na haar opleiding in Leuven trekt de Kortrijkse naar ’t stad, waar ze met trouwt met zanger Udo Mechels.

Welke gebeurtenissen hebben je gevormd tot wie je vandaag bent?
“Er zijn veel privézaken die een invloed hebben gehad. Relaties die niet bleven duren maar die een goede leerschool waren, de passie van een van mijn leerkrachten aan de toneelacademie, mijn huidige relatie die me nog elke dag vormt… Maar de dood van mijn vader is een van de belangrijkste. Ik was negentien toen hij stierf – een moeilijke leeftijd, want ik kwam nét uit de puberteit en hoewel ik niet zwaar gepuberd heb, draaide de wereld toen heel erg rond mezelf. Op die leeftijd weet je gewoon niet wie je ouders zijn. Je ziet hen niet als gewone mensen, met fouten en gebreken. Daar ben ik nu wel vaak mee bezig. Wie was mijn vader? Lijk ik op hem? Hoe zou hij reageren op bepaalde situaties? Daarover praten met mijn moeder en broers geeft wel wat rust, maar echte antwoorden zal ik nooit krijgen. Bovendien blijven we een op en top West-Vlaams gezin. Deuredoen en vooral niet te veel gevoelens tonen.” (glimlacht)

Op je tweeëntwintigste liet je het dorpse West-Vlaanderen achter en verhuisde je naar Antwerpen. Was de omschakeling groot?
“Die is eigenlijk geleidelijk gebeurd. Ik had al in Brugge en Leuven gestudeerd, dus was het stadsleven wel wat gewoon. Bovendien was ik als jongere snel zelfstandig. Ik zocht een job om mijn studies te betalen en bouwde alles wat ik heb zelf op. Vandaag zou ik niet meer in Kooigem kunnen wonen, maar als ik Kooigem kon verplaatsen naar Antwerpen – direct.”


Waar haal je je inspiratie?
“Overal. Hoe iemand beweegt, een vriendschap, iets wat op straat gebeurt… Ik heb notitieboekjes vol met kleine en grote inspiraties. Mijn roman Georges en Rita is ook zo ontstaan: ik las jaren geleden een artikel in Humo over een koppel dat besloot samen euthanasie te plegen. Ik heb dat artikel uitgescheurd omdat ik wist dat ik er iets mee zou doen. Die wil om mij te laten voeden had ik ook als kind al. Alles moest een diepere laag hebben. Het moet over iets gáán.”

Je speelde een transgender in Thuis, schreef non-fictieboeken over psychologische thema’s, maakte Kinderwens, bracht een roman uit met euthanasie als onderwerp. De projecten die je aanpakt, zijn er allemaal met behoorlijk wat ‘vlees’ aan. Kies je er bewust voor om in de verschillende aspecten van je job met grote levensvragen bezig te zijn?
“Ik ga er niet naar op zoek, maar het is opvallend dat de dingen die mijn richting uitkomen, vaak met diepte te maken hebben. Pas op, ook in een komisch personage ga ik op zoek naar de diepere laag. Ik laat me vooral leiden door wat op mijn pad komt, ga niet bewust op zoek. Als je te gericht zoekt naar iets, vind je toch niet wat je nodig hebt.”

Ben je bezig met het einde?
“Enorm. Vragen waarop we geen antwoord hebben, houden me al van kinds af bezig. Ik ben een oude ziel, ja. Vroeger las ik verhalen over de liefde – nog zo’n ongrijpbaar iets –, later werden dat verhalen over de dood. Niemand weet er gebeurt als het licht uitgaat, hé. Ik vind het einde, en hoe anderen daarnaar kijken, ongelofelijk fascinerend. Mijn grootmoeder was bijvoorbeeld heel gelovig en was overtuigd dat ze naar haar dood herenigd zou worden met alle gestorven familieleden. Dan geloof ik graag dat dat zo is. Mijn man, aan de andere kant, ziet de dood als het definitieve einde. Van hem zal ik dan ook niet geloven in tekens als hij er niet meer is. Zelf geloof ik in tweede kansen. Ik voel me alsof ik er al een zoveelste rit op zitten heb. Daarom ben ik ook zo bezig met wat ik wil achterlaten.”

Hoe zou je zelf herinnerd willen worden?
“Als een denker. Ik zet mensen graag aan tot denken voor ze iets doen. Kinderwens kwam er bijvoorbeeld vanuit het idee dat iedereen is baas in eigen buik. Of je wel of geen kinderen wil, is een persoonlijke keuze, maar denk er alsjeblieft over na. En durf eens naar de andere kant te luisteren. Niks is zwart-wit.”

Welke spullen die aan jou doen herinneren hebben de tijdscapsule niet gehaald?
“De tijdscapsule vullen was een moeilijke opdracht. Ik kon veel meebrengen, maar tegelijk ook niet. Niet alles hoeft in een tijdscapsule te komen, het meeste zit hier (wijst naar haar hart). De wandelstok van mijn grootvader staat in mijn huis. Ook de pacemaker van mijn overleden oma heb ik thuis liggen. Dat zijn vreemde voorwerpen, maar ik koester die wel. Al zal ik geen onnodige zaken sparen. Ik ben niet de persoon om bloemen te drogen uit een boeket dat ik van een geliefde kreeg. Daarin ben ik selectief: ik houd liever één voorwerp bij dat typerend is voor die persoon.”

“Maar goed, de tijdscapsule, dus. Jammer dat zo’n capsule meestal klein is, want het liefst wil ik het huis van mijn grootouders bewaren. Dat zijn ze nu aan het verbouwen en de enige reden waarom ik met die veranderingen om kan, is omdat ik weet welk gezin er gaat wonen. Voor ze aan de verbouwingen begonnen, heb ik overal foto’s genomen: van het behangpapier van vroeger, een tegel waar ik als kind een put in had gemaakt… Ik ben heel bewust bezig met herinneringen vastleggen. Tot op vandaag koester ik die foto’s heel erg, maar het liefst van al stak ik het hele huis in een doosje.”

In de tijdscapsule

Hard, Asem en Georges en Rita

“Op dit moment kies ik schrijven boven acteren. Mijn schrijfsels zijn 100% van mij: er is niemand die me vertelt dat ik me voor een verhaal zus of zo moet plooien – elk boek dat ik schreef, stuurde ik pas naar de drukker wanneer het volgens mij helemaal af was – terwijl ik voor een rol onderhevig ben aan wat een regisseur wil. Een rol is een rol en het is soms moeilijk om daar genoeg eigenheid in te kunnen steken.”

“Van mijn drie boeken koester ik Georges en Rita het meest. Hun verhaal zit al in mijn hoofd van voor Hard verscheen, en nu heeft dat eindelijk een plek op papier gekregen. Het is mijn romandebuut, maar evengoed kan het mijn laatste werk zijn. Ik zei het al: ik verzamel overal inspiratie, maar ga niet op zoek naar nieuwe opportuniteiten. Dingen komen op mijn pad, en tot nu toe kwam ik niks tegen waarover ik een volgend boek wil schrijven.”

Harde schijf

“Mijn hele leven staat op dit onnozel machientje. Stemmen, foto’s, video’s, schrijfsels… Alles wat met mijn dierbaren verbonden is, staat hierop. Ik maak graag foto’s en video’s met de bedoeling om die later te herbekijken. Ik ben bijvoorbeeld ongelofelijk dankbaar dat mijn lief ooit mij en mijn grootvader heeft gefilmd toen we in de tuin appels van de boom aan het schudden waren. Die kleine dingen, daarin vind ik de grootste waarde.” 


Een flesje Cola Light

“Qua originaliteit kan dit wel tellen, denk ik. Cola Light is mijn lievelingsdrankje, maar wordt een schaars goed. Je vindt het bijna nergens meer. Een goed glas Cola Light smaakt mij vaak beter dan een glas wijn. Voor mij is dat onlosmakelijk verbonden met genieten.”


Een pen

“Ik ben niet de eerste die een pen in haar tijdscapsule wil stoppen, dat weet ik. Maar ik wou die toch een plekje geven. Een pen staat voor de verhalen die ik al geschreven heb en nog wil vertellen. Het is de pen waarmee ik al mijn boeken signeer, de inkt die op alle briefjes en kaartjes vloeit die ik naar dierbaren stuur. Ik ben heel oldskool, ja. Maar een onverwacht kaartje in de bus is toch een van de leukste dingen die er zijn?”


Parfumflesje

“Mensen zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met geuren. Zelf ruik ik al sinds mijn vijftiende hetzelfde, naar White Musk van The Body Shop. Ik ben niet van plan om ooit een ander parfum te gebruiken – al heb ik ooit wel andere geuren geprobeerd hoor, maar die leken niet zo goed bij mij te passen als deze. Daarom verdient dit flesje een plek in mijn tijdscapsule: als mensen een geur aan mij moeten koppelen, dan is het deze. Mijn man heeft er ook zo een trouwens. Het parfum dat hij droeg toen we elkaar leerden kennen, mag hij van mij niet meer veranderen.”


Tekst: Maud Vanmeerhaeghe – Foto’s: Thomas De Boever

Geef een reactie