
Wat maakt iemand tot wie hij/zij is? Welke momenten blijven iemand tot in de eeuwigheid bij? In Sleutelmomenten vertelt een m/v/x welke momenten de sleutel zijn tot zijn (on)geluk vandaag, op het vlak van relaties, ondernemen, onderdak en afscheid.
Ze staat niet vaak bewust stil bij de sleutelmomenten in haar leven, zegt Kristel Verbeke (46), maar voor NotaBene maakt ze graag een uitzondering. “Ik ben er niet de persoon naar om te gaan zitten en te reflecteren over wat ik al heb meegemaakt, al kan ik er wel van genieten om aan het eind van de dag alle gebeurtenissen eraf te wandelen met onze hond. Da’s ook stilstaan, maar dan op kleinere schaal.”
Een uur lang fietsen we door de kleine en grote momenten die Kristel gemaakt hebben tot wie ze vandaag is. Op het einde van ons gesprek komt ze nog even op haar eerdere uitspraak terug. “Eigenlijk grijp ik wél vaak terug naar belangrijke gebeurtenissen, besef ik nu, maar die zijn zo verweven in mijn denken en doen dat ik er eigenlijk niet meer bij stilsta.”
Wie is Kristel Verbeke?
Ze zal voor velen altijd ‘de zwartharige van K3’ blijven, maar Kristel Verbeke (°1975) heeft al lang bewezen dat ze meer is dan dat. Het podium ligt intussen jaren achter haar, maar zich inzetten voor kinderen blijft de rode draad in alles wat ze doet. Voor Ketnet maakt ze in 2016 samen met kinderen reportages voor Generatie K, in Kinderkopkes (2018) leert ze hen zelf het woord te nemen over wat hen bezighoudt. Intussen laat ze ook boekenbaby Alles kids! op de wereld los, staat ze op de theaterplanken, wordt ze voorzitter van het Overleg- en adviesorgaan van het Kinderrechtencommissariaat en is ze bestuurslid van het Kinderarmoedefonds. Alsof er niet maar 24 uur in een dag zijn, neemt ze daar sinds kort ook het ambassadeurschap voor UNICEF bij. Kers op de taart: Zorgen voor mama, het human interest-programma waarin ze met mama’s praat over leven in armoede, is aan een tweede seizoen toe. Kristel is getrouwd met zanger Gene Thomas en is mama van dochters Nanou (17) en Lily (16).

LIEFDE EN RELATIES
“Gene en ik leerden elkaar kennen tijdens tv-opnames in Venezuela. Ik vond hem eerst maar een tafelspringer, maar al snel bleken we veel gemeen te hebben. Hij was zijn vader verloren aan kanker, mijn papa vocht toen tegen dezelfde ziekte. Wat er tussen ons speelde, was niet zomaar een crush, maar ging direct heel diep. Na wat getreuzel van ons allebei leerden we mekaar uiteindelijk nog beter kennen. Drie jaar na die eerste ontmoeting zijn we getrouwd, tweeëntwintig jaar later zijn we nog altijd verliefd.”
Trouwen was een bewuste keuze. Wat betekent het huwelijk voor jou?
“Trouwen is voor mij een leven lang ‘ja’ zeggen tegen elkaar. Ik zie het huwelijk als iets heel romantisch – een beetje naïef misschien, maar voor mij was het een gevolg van een overdonderende verliefdheid. We zijn getrouwd in Venetië. Deels voor de romantiek, deels om pottenkijkers te vermijden. Omdat de kerk daar zo streng is en we toestemming nodig hadden van alle pastoors die ons gedoopt hebben of bij wie we de communie hebben gedaan, konden we trouwen sowieso niet als iets vrijblijvends zien. ‘We gaan een verbintenis aan en stappen hier met volle overtuiging in, samen.’ Dat gevoel leefde bij ons allebei heel erg.”
Je ouders zijn niet bij elkaar gebleven. Heeft dat je kijk op relaties beïnvloed?
“Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik dertien was. Ik was in die tijd niet het enige kind van gescheiden ouders, maar mijn situatie was toch eerder een uitzondering. Het vreemdste vind ik hoe het beeld van je ouders verandert door zo’n scheiding: je ziet hen altijd als team en plots worden je moeder en vader twee aparte individuen, mensen van vlees en bloed die fouten maken.”
“Die scheiding is de start geweest van moeilijke jaren waarin ik veel mensen ben verloren. Toch geloof ik dat die weinig invloed heeft gehad op hoe ik in mijn relatie met Gene sta. Ik had die scheiding een plek gegeven toen ik Gene leerde kennen en ben met hem een propere lei gestart. Ik merk wel dat ik een muur heb opgetrokken voor andere relaties. Bij vriendschappen haak ik snel af als het moeilijk wordt, omdat ik te bang ben om opnieuw mensen te verliezen.”

“De dood is nooit níet een onderwerp geweest in ons gezin. Tegen mijn dochters vertel ik regelmatig over hun tantes”
AFSCHEID
“Ik was dertien toen mijn ouders scheidden en ik bij mijn vader bleef wonen. Mijn ene zus woonde al bij haar oma, mijn andere zus ging mee met mijn moeder – een keuze die werd gemaakt omdat het financieel niet anders kon. Een jaar na de scheiding stierf mijn 21-jarige zus Isabelle in een verkeersongeluk. Nog geen twee jaar daarna verloor ik mijn jongste zus Veronique, toen elf, aan een CO-vergiftiging. Ik weet nog dat ik dacht: ‘niet wéér’. Hoeveel miserie kan een gezin dragen? Dat verlies heeft me getekend. De grond zakte weg onder mijn voeten, maar ik was nog jong en had nog zo veel toekomst voor me, waardoor ik niet kon opgeven. Ik weet niet hoe ik zou reageren mocht ik al die tegenslag als vijftiger te verduren krijgen.”
Afscheid nemen is een belangrijk deel van je leven. Praat je daar gemakkelijk over?
“De dood is nooit níet een onderwerp geweest in ons gezin. Tegen mijn dochters vertel ik regelmatig over hun tantes. Als Nanou het uithangt, vergelijk ik haar met mijn jongste zus Veronique, die ook haar kuren had. (lacht) En als de lucht roze kleurt of ik zie een regenboog, dan geloof ik graag dat mijn zussen samen aan het kleuren zijn.”
“Verdriet legt een laagje eelt op je hart, hé. In het begin had ik zoveel verdriet dat het leek alsof het me niet echt was overkomen. Ik heb heel erg met de ‘waarom?’-vraag geworsteld. Ook nu nog kan het gemis me overvallen. Op belangrijke momenten, zoals een verjaardagsfeest, vind ik het oneerlijk dat ik mijn zussen moet missen. Ik had zo graag geweten hoe Isabelle met mijn kinderen zou zijn of hoe Veronique nu zou klinken. Ze blijven voor altijd elf en eenentwintig, hé. Nu ben ik de oudste zus, terwijl Isabelle oorspronkelijk de oudste was. Ik heb al zoveel keer meer geleefd dan zij hier ooit geweest zijn. Da’s een heel raar idee.”
Hoe kijk je zelf naar het einde?
“Met mijn eigen einde ben ik minder bezig. Ik wil de mensen rond mij de kans geven om afscheid van mij te nemen op een manier die voor hen helend is. Ja, ik wil het liefst in begraven worden, maar als mijn familie beslist om me te cremeren, heb ik daar vrede mee. Ik ben meer bezig met wat ik nalaat aan de kinderen dan met wat met mij moet gebeuren. Gene en ik hebben het al over successieplanning gehad, maar we willen Nanou en Lily liever nu ervaringen schenken dan later een gevulde bankrekening. Pas op, als we hen een financieel duwtje kunnen geven: graag. Maar liever maken we samen een verre reis en leren we hen verschillende culturen kennen. Zulke herinneringen zijn me meer waard dan een financiële erfenis.”
Geloof je dat het na de dood stopt?
“Nee. Ik was erbij wanneer mijn vader stierf en de energie die mij toen overviel, heeft me overtuigd dat de dood niet het einde is. Ik heb dat moment bijna als iets magisch ervaren, waardoor ik niet meer bang ben om te sterven.”

WONEN
“Ik was negentien of twintig toen ik het contract tekende van mijn eerste huurappartementje, voor 10.000 Belgische frank. Als het te hard waaide buiten, wapperden de gordijnen binnen mee. Mijn salontafel had ik zelf in elkaar geknutseld met een granieten blad dat ik ergens had gevonden, de salon kwam van een vriend, mijn eettafel en -stoelen kreeg ik mee uit een cafeetje… Ik had niet het geld om te investeren in meubels, maar ik was zo gelukkig dat ik op eigen benen stond en een plek voor mezelf had.”
Wat maakt van een huis een thuis?
“Veiligheid. Een thuis is voor mij een plek waar ik me op mijn gemak voel en omringd ben door de mensen die ik graag zie. Zeker voor iemand als ik, wiens leven vaak in de schijnwerpers staat, is een plek waar ik me kan terugtrekken heilig. Hier gebeuren nooit interviews of opnames, ik ben heel voorzichtig wat ik deel online. Dit is mijn en onze veilige plek.”
“Een thuis is meer dan een hoop stenen, maar ik zou hier moeilijk kunnen vertrekken. Het is ook de omgeving die me hier echt thuis doet voelen, al ben ik – zeker sinds corona – een echte huismus. Mijn appelbomen, de eekhoorntjes die ik hier zie passeren… Daar kan ik heel gelukkig van worden. Dat nestgevoel gun ik iedereen.”

“Vandaag is mijn financiële situatie anders dan tijdens mijn jeugd, maar ik blijf heel bewust met geld bezig”
GELD EN ONDERNEMEN
“Voor Zorgen voor mama kom ik in moeilijke, maar herkenbare situaties terecht. Ik word soms teruggekatapulteerd naar mijn eigen jeugd, toen ik schrik had om de schoolrekeningen aan mijn vader te tonen omdat we die niet konden betalen. Het was nooit mijn doel om rond kansarmoede te werken, maar toen de vraag kwam, kon ik geen nee zeggen.”
Welke rol speelt geld in je leven?
“Het is een middel om comfortabel door het leven te gaan. Je kan je niet voorstellen welke zwaarte er boven je hoofd hangt als je constant moet tellen of je het einde van de week zal halen – ik kan het weten, want ik heb er middenin gezeten. Als je die stress niet hebt, ben je een gelukkig mens. Toch durf ik niet te beweren dat geld gelukkig maakt. Het veilige nest waarover ik daarnet sprak, is daarvoor veel belangrijker. Geld op zich maakt dus niet gelukkig, rondkomen wel.”
“Vandaag is mijn financiële situatie anders dan tijdens mijn jeugd, maar ik blijf heel bewust met geld bezig. Als ik een grote overschrijving moet doen, dan weten de kinderen dat. De oudste kan facturen maken voor mijn vennootschap, ik hamer erop dat ze hun oude kleren verkopen voor ze iets nieuws kopen, we gaan bewust om met voedsel om niks te verspillen… Ik vertel de meisjes veel over vroeger, zodat ze beseffen dat het ook anders kan lopen. Maar ik kan het hen niet kwalijk nemen dat dat allemaal heel abstract blijft, omdat de situatie waarin zij opgroeien simpelweg niet te vergelijken is met de mijne vroeger.”
“Naar ondernemerschap toe is K3 een cadeau geweest: wat we daarmee betekend hebben, de verscheidenheid aan dingen die we hebben mogen doen… Dat is zo uitzonderlijk”
Je bent heel ondernemend: ook na het K3-tijdperk blijf je je inzetten voor een betere wereld voor kinderen. Zie je jezelf als ondernemer?
“Zeker. Ik ben altijd heel erg bezig geweest met mijn ‘merk’, al klinkt het vreemd om dat over jezelf te zeggen. Ik heb al jaren een vennootschap en ben me heel bewust van de verantwoordelijkheid die ik voor mezelf draag. Na K3 moest ik mezelf deels heruitvinden, moest ik opnieuw op zoek naar hoe ik naar buiten wou komen en op welke manier ik dat zou aanpakken.”
“Ik werk in de media – waar de commerce moet draaien en cijfers belangrijk zijn – maar het menselijke aspect aan ondernemen is me dierbaar. Een groot deel van mijn vrije tijd gaat naar mijn werk voor het Kinderarmoedefonds, het Kinderrechtencommissariaat en UNICEF, wat ik onbezoldigd doe. Ik onderneem heel bewust en probeer het midden te houden tussen de financiële en de sociale kant van zakendoen.”
Op welke verwezenlijking ben je het meest trots?
(glimlacht) “Dan zal ik toch K3 noemen. Naar ondernemerschap toe is K3 een cadeau geweest: wat we daarmee betekend hebben, de verscheidenheid aan dingen die we hebben mogen doen… Dat is zo uitzonderlijk. Ook als mens naast de ondernemer ben ik ongelofelijk trots op K3. We hebben generaties kinderen laten zingen over verdraagzaamheid, hebben kinderen leren dromen. Het was soms wat naïef met veel roze en regenbogen, maar ik weet dat we voor veel kinderen iets betekend hebben. K3 heeft mensen opnieuw laten dromen, niet in het minst mezelf.”
Tekst: Maud Vanmeerhaeghe – Foto’s: Thomas De Boever
Advies op sleutelmomenten in jouw leven? Eén adres: Notaris.be.