
Verliefd, verloofd, getrouwd. En een huis. Simpel, toch? Niet helemaal in het geval van Anja Muylle en Franky Maes, want zij hebben een verstandelijke beperking. Toch wonen ze al 22 jaar samen in een huisje in Oostende.
De ontvangst bij Anja (48) en Franky (55) is warm. Net als het koppel zelf, zo zal later blijken uit ons gesprek. In hun huisje aan de kust wonen ze tussen de kunst die Franky al jarenlang maakt. Na hun werkdag bij maatwerkbedrijf de Oesterbank maken ze graag tijd voor een babbel. En die Oesterbank is toevallig ook de plek waar ze elkaar meer dan twintig jaar geleden leerden kennen.
Hulp van familie
“Het is eigenlijk allemaal heel snel gegaan”, steekt Anja van wal. “In 1998 startte ik in hetzelfde bedrijf als Franky. We werden verliefd, trouwden en gingen samenwonen op nog geen twee jaar tijd. Samenwonen was de laatste stap, hoor. Eerst logeerden we telkens twee weken bij mijn ouders, dan twee weken bij Franky’s ouders. Zo konden ze wennen aan het feit dat we samen verder zouden gaan.”
Wanneer Anja en Franky later samen een huis kochten, stond de hele familie klaar om te helpen. Anja: “Mijn ouders, mijn neven, mijn nonkels… Iedereen stond achter ons. Negatieve reacties of twijfels zijn er eigenlijk nooit geweest. Wij geloofden dat we het zouden kunnen samen, en iedereen in onze omgeving geloofde hetzelfde.”

Eigen bankkaart
Alles wat ze nu verdienen, komt op een gemeenschappelijke rekening. Hun eigen keuze – hun ouders lieten hen daarin helemaal vrij, al stonden ze altijd klaar met een helpende hand. “Op financieel vlak heb ik altijd veel vrijheid gekregen van mijn ouders”, zegt Anja. “Op andere vlakken eigenlijk ook. Ze wilden dat ik zelfstandig kon zijn. Ik werd behandeld zoals gelijk welk ander kind. Bij Franky was dat minder het geval. Zijn ouders hadden het moeilijker om hem los te laten.” “Klopt,” zegt Franky, “ik heb lang geen fiets gehad en had geen eigen bankkaart. Mijn ouders deden dat liever voor mij. Toen ik met Anja ging samenwonen, waren ze eerst terughoudend, maar uiteindelijk zijn ze wel bijgedraaid.”
Dat Franky en Anja het goed doen samen, bevestigt ook Marieke. Zij is medewerkster van Duinhelm, een organisatie die woon- en werkgelegenheid en vrijetijdsactiviteiten biedt voor mensen met een verstandelijke beperking, en gaat om de twee weken bij het koppel langs. “Ik help Franky en Anja met praktische zaken en begeleid hen op psychosociaal vlak. Ik leg doktersbezoeken vast, leer hen met een bankapp werken, controleer de post, vraag hen hoe het gaat op het werk en in hun relatie… Het gaat soms om kleine dingen. Daarnet boekte ik bijvoorbeeld tickets voor Plopsaland voor hen.”
Voor de rest trekt het koppel zijn plan, zegt Marieke. “Koken en poetsen doen ze helemaal zelf”, zegt ze. Anja pikt in: “Ik zou wel een poetsvrouw willen, maar Franky is bang dat die zijn beelden breekt (in zijn vrije tijd maakt Franky beelden, die over het hele huis bezaaid zijn, red.). Enkel de was en de strijk breng ik naar mijn ouders en mijn papa volgt mee de rekeningen op, de rest doen we zelf. We kunnen goed met ons geld omgaan. Heb je trouwens mijn auto al zien blinken? (wijst naar de oranje auto voor de deur) Daarmee doe ik boodschappen, rij ik naar het werk, ga ik naar mijn ouders… We hebben een heel normaal leven, hoor.”

Geen bleiterkes
Kinderen zijn er bij het koppel nooit gekomen, maar dat is geen gemis. “We wilden geen bleiterkes”, lacht Franky. “Dat zou te zwaar geweest zijn. We gaan allebei werken en hebben het huishouden. Het zou te veel geweest zijn om daarbij nog voor een kindje te zorgen.” “Bovendien heeft Franky epilepsie, waardoor het sowieso geen goed idee is om kinderen te krijgen”, vult Anja aan.
Of ze dan nooit bezig zijn met later, als een van hen er niet meer zou zijn? “Toch wel,” zegt Anja, “maar het stelt mij gerust dat ik weet dat alles – ons huis, alles wat erin staat, onze auto – van ons is. Mocht er met mij iets gebeuren, kan Franky hier blijven wonen, en omgekeerd ook. Dat hebben we zo geregeld met een huwelijkscontract. Alles wat we hebben, is van ons allebei. Maar ik denk liever niet over na over afscheid nemen. Als ik daaraan denk terwijl ik aan het werken ben, zeg ik gewoon: ‘Anja, doorwerken!’”
Tekst: Maud Vanmeerhaeghe – Foto’s: Thomas De Boever