Vandaag moet je als oprichter van een besloten vennootschap (BV) geen minimumkapitaal meer voorzien. Je moet wel ‘toereikend kapitaal’ hebben in het licht van je bedrijfsactiviteiten.
Dat betekent dat je als oprichter moet nadenken over de financieringsnoden van je vennootschap. Je bent verplicht om je BV van de nodige financiële middelen te voorzien en de omvang van die middelen op redelijke wijze te voorspellen.

Meer weten over het nieuwe vennootschaps- en verenigingsrecht? Ontdek onze handige infofiche.

Hoeveel is ‘toereikend’?
Dat hangt af van verschillende factoren: sector, activiteit, beoogde investeringen, voorspelling van de inkomsten…
In ieder geval moet het aanvangsvermogen voldoende zijn om de financieringsnoden te dekken gedurende de eerste twee werkingsjaren.
Je stelt als oprichter, met de hulp van een boekhouder of een bedrijfsrevisor, een financieel plan op om dat bedrag te verantwoorden.

Aan de slag als ondernemer? Onze brochure helpt je op weg!

Gaat je vennootschap failliet binnen een periode van drie jaar na de oprichting? Dan kan je als oprichter persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor (een deel van) het tekort als het aanvangsvermogen duidelijk ontoereikend was om de eerste twee werkingsjaren te overbruggen.

Foto: Lies Engelen

Van plan om een vennootschap op te richten? Informeer je over de belangrijkste nieuwigheden die voor jou misschien nieuwe kansen en mogelijkheden bieden!

Lees ook het verhaal van startende ondernemers Gaëlle en Margaux