De kleine lettertjes over jouw woonboot, zorgwoning, microwoning of cohousing

on

TinyHouse_FR_23

Alternatieve woonvormen zijn aan hun opmars bezig! In een woonboot, omringd door een hele community of bij wijze van spreken op een zakdoek: alternatieve woonvormen zijn in. Helaas breidt de wetgeving niet altijd even snel uit als de waaier aan woonmogelijkheden. Dit is waarmee je rekening moet houden.

Tiny houses: klein maar fijn!
Wat? De naam zegt het zelf: microwonen is de boutade less is more in woonvorm. Op een beperkt aantal vierkante meters wonen een of twee mensen, al dan niet met kinderen, met een minimum aan spullen. Tiny wonen is meestal een groene keuze: met slimme technieken, ecologische designs, duurzame keuzes en een standplaats vaak middenin het groen willen bewoners opnieuw verbinden met de natuur.

Regelgeving? Vandaag ontbreekt het de Belgische wetgeving nog steeds aan regels rond tiny houses. Omdat de woonoppervlakte er zo beperkt is – de officiële grens ligt op minimaal 18 m2 per persoon –, kan je je er niet domiciliëren. Als permanente verblijfplaats is een tiny house dus onmogelijk, maar als vakantiewoning kan je je mini-huis wel gebruiken. Of een vergunning nodig is voor de bouw, verschilt per gewest. In Wallonië is bijvoorbeeld geen vergunning nodig als de oppervlakte onder de 20 m2 blijft, in Vlaanderen is die wel nodig voor constructies vanaf 6 m2 en in Brussel voor woningen groter dan 9 m2.

woonboot

Woonboot: slapen op het water
Wat? Elke boot die ingericht is als woning, kan dienst doen als verblijfplaats. Houd er wel rekening mee dat de ruimte op een woonboot beperkt is: vaak worden daarom meubels op maat gemaakt.

Regelgeving? Vraag bij de waterwegbeheerder altijd een ligplaats aan – die kan je niet kopen, alleen maar huren. Enkel als je een boot bezit (of er een koopt binnen de zes maanden na je overeenkomst), een klassecertificaat kan voorleggen dat de veiligheid van je boot garandeert en een immatriculatieplaat (soort nummerplaat) bezit, kan je die concessie krijgen. Voor negen jaar krijg je dan een ligplaats, al dan niet met oever erbij. Let wel op: vaak laten gemeentes toe dat je een brievenbus plaatst, maar voor andere aanpassingen zoals het plaatsen van een poortje of fietsenrek is wel toelating nodig.

Kangoeroewonen: zorg naast de deur
Wat? Met kangoeroewonen of zorgwonen speel je in op de (toekomstige) zorg voor ouderen. Door extra, ondergeschikte, woongelegenheid voor hulpbehoevenden te creëren, zorgen kinderen ervoor dat hun eigen gezinsleven te combineren valt met de zorg voor hun (schoon)ouders.

Regelgeving? In Vlaanderen is het niet zomaar toegestaan om je woning in twee woongelegenheden te splitsen. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is daarvoor verplicht. Wordt je woning bestempeld als een ‘zorgwoning’, dan is verbouwen gemakkelijker. Voldoe je aan specifieke voorwaarden, dan volstaat een melding aan de gemeente. Een zorgwoning beslaat maximaal een derde van de totale woonoppervlakte (excl. eventuele gemeenschappelijke ruimtes). De bewoners zijn maximum met twee, waarvan een iemand minstens 65 jaar en/of hulpbehoevend is. De eigenaar van de hoofd- en zorgwoning is dezelfde. Regels rond je zorgwoonproject leg je vast bij de notaris. Zeker als je je woning(en) nog moet kopen of bouwen is hij of zij degene die je wegwijs maakt in de financiële afspraken en koopmogelijkheden. Je verbouwingen melden kan online, via het Omgevingsloket. Als als je buiten het bestaande bouwvolume uitbreidt, moet je een vergunning aanvragen.

cohousing

Cohousen: samen, maar toch apart
Wat? In een cohousingdorp bezitten inwonenden elk een privéwoning, maar onder het motto ‘sharing is caring’ delen ze bijvoorbeeld een tuin, loungeruimte, een sportcomplex, auto’s, tuinmateriaal en gereedschap. Maar cohousen gaat verder dan het materiële: ook samen koken, op elkaars kinderen passen en gezamenlijke activiteiten staan er op de agenda. Duurzaamheid en samenhorigheid zijn er vaak sleutelwoorden.

Regelgeving? Een specifieke wetgeving rond cohousen bestaat eigenlijk niet. De notaris doet daarom vaak een beroep op de wetgeving voor andere woonvormen. Hoe je cohousing geregistreerd wordt, hangt af van je specifieke situatie. Een mede-eigendom (zoals bij appartementen), VZW of een coöperatieve behoren dan tot de mogelijkheden, al gaat de voorkeur vaak uit naar een mede-eigendom. Net als bij appartementen, legt de notaris de juiste opdeling tussen de gemeenschappelijke en de eigen woongedeeltes vast. Ook kan hij voorstellen welke afspraken met je mede-cohousers je het best op papier zet.

2 reacties Voeg uw reactie toe

Geef een reactie