Wat moet je weten als je trouwt op latere leeftijd?

76-Familie - Lies Engelen Photography
Aan huwelijken op latere leeftijd zijn heel wat voordelen verbonden. Er is meer tijd voor de liefde, bijvoorbeeld, maar een later huwelijk komt ook met meer bagage, zowel emotioneel als materieel. Vooral dat laatste kan een punt van discussie worden als er ook kinderen zijn uit een eerdere relatie. En dan ben je maar beter op de hoogte van de juridische kant van je latere huwelijk.

Toen ik opnieuw trouwde, dacht ik niet na over een huwelijkscontract. Wat betekent dat voor mijn vermogen?
In het wettelijke stelsel – waaronder je automatisch valt als je trouwt zonder contract – zijn er drie vermogens. De twee eigen, aparte vermogens van de partners omvatten onder andere alle goederen en schulden van vóór het huwelijk en als gevolg van erfenissen en schenkingen. Denk bij het derde, gemeenschappelijke vermogen aan de beroepsinkomsten tijdens het huwelijk, samen aangekochte goederen, schulden die gemaakt zijn in het kader van het gemeenschappelijk huishouden. Overlijd je, dan krijgt je partner de helft van het gemeenschappelijke vermogen. De andere helft en het eigen vermogen gaan in vruchtgebruik naar jou, en in blote eigendom naar de kinderen van de overledene.


Ben ik verplicht om mijn volledige vermogen met mijn nieuwe partner te delen?
Nee. Bij een huwelijkscontract met scheiding van goederen zijn er bijvoorbeeld slechts twee vermogens: dat van jou en dat van je partner. Het gemeenschappelijke bezit is er dan een in ‘onverdeeldheid’. Huwelijkspartners blijven financieel onafhankelijk van elkaar. Het tegendeel geldt voor trouwen volgens het stelsel van de algehele gemeenschap. Ongeacht hoe alle bezittingen verkregen zijn, ze worden als gemeenschappelijk beschouwd. Vermogens, erfenissen of schulden van voor het huwelijk worden dan de verantwoordelijkheid en eigendom van jullie beiden.
34-koppel
Heeft mijn nieuwe partner recht op mijn erfenis?
Elke gehuwde heeft recht op een ‘reserve’, of het vruchtgebruik over de helft van de nalatenschap van de overleden partner, waaronder op zijn minst het vruchtgebruik over de gezinswoning. De langstlevende mag dus altijd in de gezinswoning blijven wonen of kan de woning verhuren en die huur innen. Wil je je partner meer geven? Dan kan dat via een testament of een schenking. Hou wel rekening met de wettelijke reserve van je kinderen: ook zij hebben recht op een deel van je vermogen, namelijk de helft.

Ik ben getrouwd met scheiding van goederen, maar wil bij nader inzien toch mijn partner bevoordelen. Kan dat?
Volgens deze clausule gaat het eigen vermogen van de overleden partner integraal naar de nabestaanden – in eerste instantie de kinderen. De langstlevende partner blijft wel het vruchtgebruik behouden en bezittingen in ‘onverdeeldheid’ worden gelijk verdeeld onder de langstlevende partner en de erfgenamen. Je kan bovendien bepaalde clausules toevoegen aan je huwelijkscontract waardoor je een goed, zoals de gezinswoning, toch gemeenschappelijk kan maken. Zo behoud je je financiële autonomie, maar wat de gezinswoning betreft gelden dan de regels van het wettelijk stelsel. Ook een ‘verrekenbeding’ toevoegen kan voordelen hebben. Kan een van partners geen inkomsten verwerven terwijl de andere werkt, dan zorgt zo’n beding ervoor dat er een en ander wordt verrekend als het huwelijk tot een einde komt.
Je kan natuurlijk ook van stelsel veranderen en overgaan tot het wettelijk gemeenschapsstelsel. De inkomsten zijn dan automatisch ‘gemeenschappelijk’, in tegenstelling tot wat het geval is bij het stelsel van scheiding van goederen.
Je nieuwe partner bevoordelen kan ook met een schenking buiten het huwelijkscontract om. Let wel op: valt die schenking bínnen het huwelijkscontract, dan is die niet eenzijdig op te zeggen. Bij echtelijke geschillen kan dat voor problemen zorgen.
34-Lies Engelen Photography
Mijn kinderen vrezen dat hun erfenis bedreigd is door mijn nieuwe huwelijk. Hoe kan ik hen beschermen?
Kinderen uit een vorige relatie – hoeft niet per se een huwelijk te zijn – beschermen kan door een Valkeniersclausule aan je huwelijkscontract toe te voegen. Die clausule legt vast dat het erfrecht van de langstlevende partner wordt gereduceerd, zelfs onder het wettelijk minimum. In onderling overleg vullen de partners zelf de voorwaarden in: het vruchtgebruik van de gezinswoning voor een paar jaar, het vruchtgebruik van de woning maar niet van de inboedel… Het enige wat officieel verplicht is, is het gebruiksrecht van zes maanden voor de langstlevende. De langstlevende moet dus minimaal zes maanden in de woning kunnen wonen na overlijden van zijn of haar partner.

Tekst: Maud Vanmeerhaeghe – Foto’s: Lies Engelen

Meer info op Notaris.be.
web-banner-NB5

Geef een reactie