“Schenken is voordeliger dan erven” – die boutade kent ondertussen iedereen. Of we even goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden wanneer je aan je kinderen schenkt, is maar de vraag. Kan je als ouder bijvoorbeeld zomaar uit je huis gezet worden? En wat als je dochter liever een Ferrari koopt met jouw geld? Vijf misverstanden over schenken aan je kinderen ontkracht.
1. Als ik binnen de drie jaar na mijn schenking sterf, moet mijn kind toch de erfbelasting betalen.
Dat hangt ervan af. Bij een schenking van roerende goederen volstaat een schenkbelasting betalen. Die tarieven zijn altijd vlak (3% en 7%). De successierechten die normaal gezien volgen als je binnen de drie jaar overlijdt, vallen dan weg. Betaal je geen schenkbelasting, dan betalen je kinderen wel successierechten als je vroegtijdig sterft. Hetzelfde geldt voor onroerende goederen, maar er is een ‘maar’: overlijd je binnen de drie jaar na je schenking, dan wordt de waarde van je onroerende schenking wel mee opgenomen in de berekening van de erfbelasting indien er in je vermogen nog een onroerend goed aanwezig is. Daardoor verhoogt de belastbare grondslag. Kom je dan in een hogere belastingschijf terecht, dan stijgt de verschuldigde erfbelasting ook. Voor roerende goederen, familiale bedrijven en geschonken bouwgronden geldt die regel niet.
2. Ik kan mijn vermogen onbeperkt aan mijn kinderen schenken.
Iedereen mag tijdens zijn leven schenken, maar dat kan niet onbeperkt. Je kinderen hebben altijd recht op een minimum erfdeel, de ‘reserve’ genoemd. Ongeacht het aantal kinderen bedraagt dat steeds de helft van je vermogen. De rest van je vermogen is het ‘beschikbaar deel’. Zoals de naam al doet vermoeden is dat het deel waarover je vrij beschikt en dat je mag schenken. Een stuk van je vermogen aan de een of de andere schenken kan dus, zo lang je de reserve van je kinderen respecteert.
3. Als ik schenk aan mijn kinderen, loop ik het risico dat ze mijn geld verspillen.
Een van de hoofdredenen om niet te schenken is de vrees dat je kinderen je geld als het ware door ramen en deuren zullen gooien. Door voorwaarden aan je schenking te koppelen, speel je daarop in. Schenk bijvoorbeeld je huis met een vervreemdingsverbod of koppel aan je vermogen de voorwaarde om er enkel vastgoed mee te kopen. Let wel op: als je schenkt met een vervreemdingsverbod beperk je het vrij handelsverkeer. Daarom moet zo’n verbod altijd beperkt zijn in tijd én moet het een rechtmatig belang dienen.
4. Een schenking aan mijn getrouwde dochter is ook een schenking aan haar schoonfamilie.
Ook om ervoor te zorgen dat jouw geld niet in de handen van de schoonfamilie valt, gebruik je voorwaarden. Schenkingen vallen in principe altijd in het eigen vermogen van je kind (tenzij het koppel trouwt met het stelsel van de algehele gemeenschap, maar dat is eerder uitzonderlijk). Je dochter kan er echter voor kiezen om dat eigen goed ‘gemeenschappelijk’ te maken, omdat ze bijvoorbeeld met haar partner in je geschonken huis wil wonen. Bij een echtscheiding kan dat voor praktische problemen zorgen. Daarom kan je als schenker bepalen dat je dochter de schenking krijgt, maar met de verplichting om het goed ‘eigen’ te houden. Je kind kan niets aan die voorwaarde veranderen.
5. Als ik één van mijn kinderen iets schenk, wordt het andere kind benadeeld.
Gelukkig is dat niet helemaal juist. Je hebt als schenker namelijk de keuze om de schenking “als een voorschot op erfenis” te doen. Je kind krijgt dan bij leven een schenking, maar die wordt later afgetrokken van zijn of haar erfenis. Wil je je zoon of dochter toch bevoordelen tegenover een ander kind, dan is een schenking ‘buiten erfdeel’ de oplossing. In dat geval wordt de schenking niet verrekend om de gelijkheid te herstellen. Let wel op, want van schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik of rentelast wordt vermoed dat ze ‘buiten erfdeel’ gebeuren. Je notaris moet met andere woorden uitdrukkelijk vermelden dat je schenking als voorschot op de erfenis is gebeurd.
Ontdek onze handige infofiche.
Meer info op Notaris.be.