Wie de liefde met zijn partner gezegend wil zien, kan vandaag kiezen uit een uitgebreid menu stelsels, gaande van een mondelinge afspraak zonder wettelijke bescherming tot een huwelijk met algehele gemeenschap waarbij alle bezittingen en aanwinsten in de pot gegooid worden. Een overzicht van de opties.
TROUWEN
Behalve een zaal zoeken, trouwjurken passen en bruidstaart proeven, staat een bezoek aan de notaris beter ook op de checklist van verloofde koppels. Want bij een huwelijk komen rechten en plichten kijken en daarvan ben je maar beter op de hoogte voor je je aan je openingsdans waagt. Er zijn drie soorten huwelijksvermogensstelsels (zeg maar: een verzameling regels die op jouw huwelijk van toepassing zijn) en die hebben alle drie andere gevolgen voor wanneer het huwelijk eindigt, of dat nu door een scheiding komt of door een overlijden. Denk dus goed na welk stelsel de beste bescherming biedt, want die keuze heeft een grote invloed op de respectievelijke vermogens. Voor alle huwelijksstelsels gelden drie belangrijke regels: de partners zijn verplicht samen te wonen, trouw te zijn en hulp te bieden aan elkaar. Ze moeten de gezinswoning beschermen en verplicht bijdragen in de lasten van het huwelijk, elk naar zijn of haar vermogen.
Trouwen kan volgens één van deze drie stelsels:
1. Het stelsel van scheiding van goederen: in dat stelsel blijven beide partners financieel volledig onafhankelijk van elkaar. Er bestaat dus geen gemeenschappelijk vermogen. Gehuwden kunnen wel samen goederen aankopen, maar die zijn niet gemeenschappelijk. Ze zijn dan in ‘onverdeeldheid’. Via specifieke clausules kan je sommige goederen wel gemeenschappelijk maken of kan je een bepaalde financiële solidariteit tussen partners overeenkomen.
2. Het wettelijk stelsel: daarin zijn er drie vermogens. Ieder heeft zijn eigen vermogen en er komt een gemeenschappelijk vermogen bij. Alles wat de partners al voor het huwelijk bezaten (zoals een bouwgrond of een erfenis) blijft in hun eigen vermogen zitten. Hetzelfde geldt voor eventuele schulden. In het gemeenschappelijke vermogen komen alle inkomsten die tijdens het huwelijk verworven worden en de samen aangekochte goederen. Ook schulden die door beide partners zijn aangegaan, vallen in het gemeenschappelijk vermogen.
3. Het stelsel van de algehele gemeenschap: daarbij is alles gemeenschappelijk, los van hoe de goederen verkregen werden. Het heeft geen belang wie wat kocht en het maakt ook niet uit of de bezittingen er al waren voor het huwelijk of dat ze tijdens het huwelijk verkregen werden. Ook als één van de partners een schenking of een erfenis krijgt, komt die in de gemeenschappelijke pot. Er zijn immers geen eigen vermogens in dit stelsel. Als het huwelijk ontbonden wordt, zal alles gelijk worden verdeeld. Dat kan soms onrechtvaardig overkomen, dus het is belangrijk goed na te denken over de gevolgen van de keuze voor het huwelijksstelsel.
WETTELIJK SAMENWONEN
Steeds meer mensen kiezen ervoor om niet te huwen, maar wel voor een wettelijke samenwoning te gaan. Om zichzelf en elkaar te beschermen kunnen ze kiezen voor een samenlevingscontract waarin onderlinge afspraken op papier worden gezet. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is wettelijk samenwonen juridisch gezien helemaal niet gelijk aan trouwen. Beide hebben heel andere juridische gevolgen.
Wettelijk samenwonenden moeten in verhouding met hun middelen bijdragen in de kosten van het samenwonen. Met een samenlevingscontract kunnen de partners afspraken vastleggen over de organisatie van het gezin en de gevolgen van het samenwonen voor de vermogens van de partners. Ook afspraken over het onderhoud van de kinderen worden erin opgenomen. Bij een huwelijk ben je elkaar wettelijk trouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Dat heeft zo zijn gevolgen. Zo hebben gescheiden partners recht op een alimentatie bijvoorbeeld, terwijl wettelijk samenwonenden daar in principe geen recht op hebben (tenzij dat ze daar zelf afspraken over maken). Bovendien geldt een belangrijk verschil tussen gehuwde en wettelijk samenwonende partners op het gebied van het erfrecht. Een gehuwde partner heeft altijd een gewaarborgd erfdeel (een minimum zeg maar), terwijl een wettelijk samenwonende partner perfect onterfd kan worden.
FEITELIJK SAMENWONEN
Het minst beschermd zijn koppels die geen afspraken maken en ervoor kiezen om enkel feitelijk samen te wonen. Zij hebben juridisch geen enkele band ten opzichte van elkaar, ook niet als ze samen kinderen hebben. Feitelijk samenwonenden behouden uiteraard elk hun eigen vermogen en erven niets van elkaar. Als het tot een breuk komt, zijn er geen formaliteiten af te handelen, maar ze zijn ook zeer beperkt beschermd, tenzij ze een samenlevingscontract opstellen. Dat hoeft niet per se notarieel te zijn.
Meer info op Notaris.be
Tekst: Eva Van den Eynde – Foto’s: Lies Engelen